Volgens een Chinese studie gepubliceerd op het JAMA Network Open heeft acupunctuur vergeleken met nepacupunctuur geen significante baten bij patiënten die last hebben van het prikkelbare-darmsyndroom. Toch zien de onderzoekers de praktijk van acupunctuur ondersteund door de studie-uitkomst. De klinische studie betrof een pilot met dertig patiënten (PDS-diarree) in drie behandelgroepen.
Placebo-effecten kunnen ongemeen groot zijn en onderzoek rond het prikkelbare-darmsyndroom is het bewijs hiervoor. Een kwart van de prikkelbare-darmpatiënten ondervindt symptoomverlichting dankzij placebo. Het Amerikaanse voedsel- en geneesmiddelen agentschap FDA eist daarom dat in studies gebruikgemaakt moet worden van composiet-eindpunten. In geval van het prikkelbare-darmsyndroom wilt dat zeggen dat de scores voor pijn en diarree opgeteld moeten worden als valabele studie-uitkomst.
Twee controlegroepen kwamen aan te pas: een groep die met naalden geprikt werd op niet-acupunten en een groep die niet geprikt werd, waarbij botte naalden gehanteerd worden. Een kussentje op de behandelpunten hielp om de behandelingen te blinderen.
In de acupunctuurgroep en in de niet-acupuntgroep was de composietrespons 47%, terwijl dat percentage in de niet-geprikte groep 27% was. Tussen de groepen was er geen significant verschil, maar de onderzoekers vinden dat een verschil van 20% van klinische betekenis is. Bovendien was de respons in IBS-AR (adequate relief) in de acupunctuurgroep na acht weken na de laatste behandeling nog steeds groter dan 60%, terwijl de respons in de twee andere groepen daalde. De behandelperiode was vier weken wat volgens de onderzoekers te kort kan zijn.
Het kleine aantal deelnemers is een minpunt van de studie dat significante resultaten in de weg staat. De beoordeling van prikkelbare darm is een erg subjectieve aangelegenheid van welke meting onderhevig is aan bias.
