kunsttherapie kan bij vrouwen met angststoornis de ernst van angstsymptomen verminderen. Daarbij verbetert ook de hartritmevariabiliteit en de executieve cognitieve functie. Dat laatste houdt in dat deelnemers meer controle hadden over hun emotie, dat hun werkgeheugen beter functioneerde en dat ze beter taken konden organiseren. Uit de studie kwam naar voren dat verhoging van executieve functie een rol speelde in de onderdrukking van angstsymptomen.
Het hartritme verandert voortdurend bij in- en uitademen via een soepele samenwerking tussen hart en longen. hartritmevariabiliteit is hiervoor een maat: hoe hoger de variabiliteit hoe gezonder het hart en hoe gezonder het autonome zenuwstelsel dat het hart en longen aansturen. Stress verlaagt de hartritmevariabiliteit, maar in deze studie was er ondanks de toename in hartritmevariabiliteit geen afname in de stressrespons.
Angst onderdrukt verstandelijke vaardigheden om doelgerichte keuzes te maken. Die vaardigheid valt onder de executieve functies van het verstand. In deze studie verbeterden sommige executieve functies dankzij kunsttherapie, maar andere niet. Bijvoorbeeld cognitieve flexibiliteit, inhibitie en aanhoudende aandacht verbeterden niet.
De behandeling bestond uit 10-12 sessies van kunsttherapie van een uur, verspreid over drie maanden. Het type dat werd uitgeoefend, was antroposofische kunsttherapie. De controlegroep werd op de wachtlijst gehouden. Zevenenveertig patiënten, allen vrouwen met angststoornis, deden de studie uit.