Hypnotische analgesie verhoogt de tolerantie voor een koudeprikkel en doet dat beter dan (anodale) transcraniale gelijkstroomstimulatie (TDCS). TDCS verhoogt wel het motorisch opgewekte potentiaal (MEP) en verlaagt de short-interval intracortical inhibition. Beide zijn een maat voor zenuwactiviteit in de hersenschors. De twee therapeutische benaderingen hebben dus een veschillend effect in de hersenen. Deze bevindingen kunnen van pas komen om een gepersonaliseerde aanpak van fibromyalgie op punt te stellen.
Fibromyalgie is een aandoening die nog niet volledig begrepen is. Deze onderzoekers leggen het probleem bij verminderde plasticiteit van de pijnzenuwen waarbij er ook een overgevoeligheid voor pijn centraal staat. Zintuiglijke perceptie, emotie, cognitie en gedrag zijn componenten die het syndroom beïnvloeden.
In het algemeen heeft hypnose een matig tot groot effect op pijn. Hypnotische analgesie oefent de patiënten om focus van pijnervaring te verleggen en om ideeën over pijn en gedrag te beïnvloeden. Hypnose werkt in op hersengebieden die ‘verder’ liggen dan de pijnverwerkingscircuits. Hypnose kan de slaapkwaliteit verbeteren, symptomen van depressie verlagen en vermoeidheid verminderen, drie factoren die een onrechtstreekse impact op pijn kunnen hebben.
Een hogere MEP betekent dat de hersenschorsgebieden die instaan voor beweging, sneller signalen afvuren of dat de signaaloverdracht via het ruggenmerg soepeler loopt. Dat klinkt alsof pijnsignalen sneller doorgegeven worden, maar in feite gaat het om een herstructurering van het overkoepelende pijnregelend systeem. TDCS lijkt dus in te werken op de pijnverwerking in de hersenen, die nog dicht bij het zintuiglijke staat.
TDCS had echter geen invloed op de pijndrempel (voor hitte). Over de rol van TDCS op fibromyalgie is nog veel discussie in de literatuur. Onderzoekers sluiten niet uit dat TDCS ook gericht is op vermoeidheid, emotie en cognitie. De test voor hittegevoeligheid is bovendien geen goede graadmeter voor fibromyalgie.
Volgens de onderzoekers is er een grotere impact van TDCS bij deelnemers die meer ontvankelijk zijn voor hypnose.
De Braziliaanse studies had een cross-overdesign. Deelnemers kregen eerst twintig minuten hypnose, dit gedurende zeven dagen. Vervolgens kregen ze zeven dagen 20 minuten rust opgelegd en ten slotte kregen ze zeven dagen 20 minuten anodale TDCS. In de andere groep werd de volgorde omgekeerd. Achttien vrouwen met fibromyalgie deden eraan mee.